Deerlijk
Sint-Columbakerk en voormalig Kasteel (1813)
MENU
Terug naar HOMEPAGINA
Terug naar INHOUDSOPGAVE
Sint-Columbakerk
De Parochiekerk van Deerlijk is toegewijd aan Sint-Columba, maagd-martelares en patrones van Deerlijk. Het is een classicistisch bouwwerk dat dateert uit 1774 en werd gebouwd ter vervanging van een romaans-gotische kerk waarvan de vieringstoren, nu geïntegreerd in de zuidelijke zijbeuk, het zuidelijk transept en een deel van het koor werd behouden.
Het gebouw wordt omzoomd door hagen en lage beplanting en enkele bomen. Ten oosten en westen wordt de kerk omgeven door parkeerplaatsen.
Ten zuidwesten van de kerk staat er een monument ter ere van Hendrik Conscience en P.J. Renier. Ten zuiden staat er een oorlogsmonument ter ere van de burgerslachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Ten zuidoosten is er het grafmonument. Ten noordwesten staat het borstbeeld van Hugo Verriest.
Centraal tegen de zuidelijke zijbeuk is er een kapel van circa 1832 aangebouwd, met Christus aan het kruis; het geschilderd houten beeld is van oudere datum. Vermoedelijk maakte dit deel uit van de voormalige Calvarieberg afkomstig van het kerkhof. De rondboognis wordt bekroond met een driehoekig fronton rustend op twee vlakke bakstenen pilasters met een basement van baksteen.
Volgens de overlevering werd de kerk gesticht door Sint-Amandus in 654. De eerste schriftelijke vermeldingen van een kerk dateren van 1119. In de tweede helft van de 12de eeuw wordt, vermoedelijk ter vervanging van een houten bedehuisje, een romaanse kerk opgetrokken. De oudste afbeelding van de kerk dateert van 1607. In 1747 wordt de kerk weergegeven in het landboek van Deerlijk als een tweebeukige kerk met vieringstoren, gelegen binnen een ommuurd kerkhof. Ook de verdwenen "calomba capelle" wordt afgebeeld. In 1774 werd de huidige classicistische kerk opgericht.
Tijdens beide wereldoorlogen wordt de kerk telkens beschadigd. In 1987 wordt de toren van de kerk gerestaureerd.
(Bronvermelding: Wikipedia)
Voormalig Kasteel
Op de tekening van Séraphin Vermote valt ons links van de kerk een toren op. Dit kan niet het torentje zijn van de Kapel Onze-Lieve-Vrouw-ter-Ruste (Kapel ter Ruste), want deze kapel situeert zich meer zuidelijk van de kerk.
Het blijkt de toren te zijn van het voormalig “Kasteel van Deerlijk”.
De verschillende landeigendommen in onze streek waren in vroegere tijden in handen van de zogenaamde heerlijkheden,
die onder de leiding stonden van één of meerdere heren.
De heerlijkheid van Deerlijk werd in de 14
e
eeuw in leen gehouden door de heerlijkheid Meinaartstichele, die op haar beurt resorteerde onder het leenhof van Ingelmunster. De dorpsheerlijkheid had de middelbare justitie en speelde in Deerlijk een minder belangrijke rol. De heerlijkheid situeerde zich grosso modo rond de huidige Hoogstraat, René Declercqstraat en het Kerkplein. De 'Vierschaer' was gelegen in de Hoogstraat ter hoogte van de huidige nummers 108-110.
De heerlijkheid van Deerlijk ontleende haar belang voornamelijk aan het feit dat de kerk op haar grondgebied stond, wat de schepenen van de heerlijkheid het recht gaf de parochie als administratieve eenheid te besturen. Van het begin van de 14de eeuw tot 1628 was de heerlijkheid in het bezit van de familie de Costere. Hun familiewapen werd in 1937 als gemeentewapen erkend.
In de loop van de 17
e
eeuw kwam de heerlijkheid in handen van Simon de Lamotte, heer van Baraffle. Tot in de 17de eeuw verbleven de heren van Deerlijk niet op de heerlijkheid zelf en had Deerlijk geen kasteel of herenhoeve.
De familie Lamotte waren de eerste heren van Deerlijk die een woning oprichten te Deerlijk om er al dan niet continu te verblijven. In 1683 wordt volgens archivalische gegevens de woning van Simon de Lamotte door plunderende Franse soldaten verwoest.
18de-eeuwse documenten situeren en beschrijven een "Casteel" en in het landboek van Deerlijk (1747) wordt het "Casteel" afgebeeld.
Het kasteel werd opgetrokken door dorpsheer André de la Motte op het einde van de 17de eeuw.
De bakstenen gebouwen met toren waren gegroepeerd rondom een binnenkoer. Het kasteel was gelegen in de Hoogstraat ter hoogte van de huidige nummers 70-74.
Wegens schulden van de familie de la Motte werd de heerlijkheid in 1715 publiek verkocht door de Raad van Vlaanderen.
De nieuwe eigenaar werd Filips-Willem de Cassina, graaf van Wonsheim en baron van Boelare.
Bij de aanvang van de 17de eeuw heeft het dorpcentrum zich ontwikkeld rond de Hoogstraat, de Harelbekestraat en het Kerkplein, dat leidt naar het Dammeke (voormalige Dries), waar de schepenbanken van een andere heerlijkheid, de heerlijkheid Assche en Noord-Assche, opgesteld staan. Het centrum is vrij beperkt met de kerk en omringend kerkhof, een tiental huizen bij de plaats en de pachthoeve van de heerlijkheid Assche.
Het landboek van Deerlijk, opgemaakt in 1747, bevestigt het belang van de centrale as van de kerk naar de 'Asschendries'. De kaart geeft een duidelijk beeld van de kerk met Sint-Columbakapel, de omliggende herbergen, de Plaats met aanpalende huizen, de zuidelijk gelegen pastorie, het 'kasteel' van de heerlijkheid Deerlijk in het noordoosten en een bijna aaneengesloten bebouwing tot op de 'Asschendries'. Het centrum telt een zestigtal huizen.
In 1774 ging Deerlijk over in de handen van Robert-Jan de Moerman de Harelbeke. Enkele jaren later, in 1786, werd Karel-Frans van Lichtervelde als heer van Deerlijk genoemd.
Als gevolg van de Franse Revolutie en de bezetting van ons land door de Fransen (1794-1815) werden de adelijke titels en feodale rechten afgeschaft, alsook de bestuurlijke bevoegdheden, die voortaan aan een college van burgemeester en schepenen werden toevertrouwd.
In de eerste helft van de 19de zijn er verschillende schooltjes in Deerlijk. De kostschool van Pieter Jan Renier was veruit de meest vooraanstaande. De school "pensionnat de Deerlijk", werd in 1811 gesticht als gemeenteschool maar werd in 1842 omgevormd tot privé-instelling.
Volgens de ene bron was de school gevestigd in de Schoolstraat en volgens een andere bron was ze gevestigd in de Hoogstraat in het voormalige “kasteel van Deerlijk” of schepenhuis.
In 1823 werden de gebouwen te klein en worden aan het huidige Kerkplein nieuwe gebouwen opgericht.
Het "kasteel van Deerlijk" of schepenhuis werd ingericht als herberg en sterk verbouwd in 1913. Het werd afgebroken in 1938.
(Bronvermelding: onroerenderfgoed.be)