Brugge
 
Molenbrug (1814)






Deze tekening van Séraphin Vermote die waarschijnlijk dateert van omstreeks 1814 toont ons de Molenbrug in Brugge. 

Deze brug vormt de verbinding tussen de Langestraat en de Hoogstraat. Deze brug vormt de overgang tussen het stille Sint-Annakwartier en de bruisende binnenstad. Het was ooit een belangrijke Romeinse landweg en later een belangrijke poortstraat die als één van de 7 poorten toegang gaf tot de stad, doorheen de stevige stadsomwalling. De poort is verdwenen, net als de watermolen die zijn naam aan de brug gaf. Tot zeker in de 13de eeuw stond hier een watermolen.

De verdwenen molen staat trouwens geboekstaafd als een van de oudst gekende molens in Vlaanderen. Iets verderop over de brug ligt rechts de schilderachtige Sint-Annarei. Aan de linkerzijde over de brug situeert zich de Verversdijk.

De Verversdijk dankt haar naam aan de vele ververs die er van de 14e tot de 16e eeuw heel actief waren. Brugge was in die periode wereldwijd bekend voor het verwerken van wol tot laken. Het laken werd in de stad ook geverfd en afgewerkt, dicht bij het water en de wolhandelaars.

In de 17e eeuw werden de ververs verdreven door de jezuïeten. Archeologisch onderzoek van hun voormalig klooster (Verversdijk 16) leert ons veel over het leven van zowel ververs als paters. Na de opheffing van de jezuïetenorde werd het gebouw nog gebruikt als kazerne en school. Vandaag is hier een campus van het Europacollege gevestigd.

Op de achtergrond van de tekening prijkt de Sint-Annakerk, de kerk van de Sint-Annaparochie. De kerk ligt in het midden van het Sint-Annaplein.

De kerk heeft een opvallend slanke toren. De Sint-Annawijk maakte aanvankelijk deel uit van de parochie van Sint-Kruis, maar was er sinds de omwalling van 1297 van afgesneden.

In 1496 werd het herenhuis "Hof ter Vere" ter hoogte van het huidige Sint-Annaplein aangekocht en verbouwd tot een bescheiden, éénbeukige hulpkerk. De kerk werd ingewijd in 1497. Tussen 1506 en 1507 waren er uitbreidingwerken wegens plaatsgebrek. Tussen 1514 en 1534 werd het oude kerkje van het "Hof ter Vere" behouden als noordbeuk, maar werd een middenbeuk met hoge westtoren en een zijbeuk tegen de zuidmuur aangebouwd. In 1529 werd deze nieuwe kerk ingewijd. Tijdens de Calvinistische periode werd de kerk in 1580 verkocht en gedeeltelijk gesloopt. Enkel de sacristie bleef gespaard. In 1584 werd de katholieke eredienst hersteld.

In het begin van de 17de eeuw werd de kerk teruggekocht door de parochiegemeenschap. In 1611 werd een volledig nieuwe kerk op de fundamenten van de oude kerk gebouwd. Deze werd ingewijd in 1621. In 1624 werd de toren afgewerkt. Tussen 1657 en 1661 werden laatgotische elementen aangepast in barokstijl. Tussen 1671 en 1673 werden de laatgotische vensters vervangen door barokke. Vanaf 1668 werd Sint-Anna een zelfstandige parochie.

In 1689 werden enkele bergplaatsen aan de zuidelijke zijde aangebouwd. In 1761 werd de huidige torenspits geplaatst.

Tot 1870 lag er rond deze kerk een kerkhof. Dit werd in 1870 volledig verkaveld.

In 1966, 1984 en 2001 gebeurden er restauratiewerken aan de kerk.

(Bronvermelding: Wikipedia; Onroerenderfgoed.be)