Beselare
 
Kasteel (1813)






Op deze tekening is het Kasteel van Beselare te zien. Séraphin Vermote benoemde het gebouw in 1813 als "de ruïnes” van het kasteel. 

Het kasteel van Beselare, waar het geslacht Van der Woestine 400 jaar heeft gewoond, stond op grond gelegen rechts van de hoek gevormd door de huidige Markiezaatstraat en de Kortrijkdreef in Beselare, een deelgemeente van Zonnebeke.

In de 10de eeuw duikt de naam Beselare voor het eerst op in de archieven. Beselare was toen een gehucht bestaande uit enkele lemen hutten, geschaard rond een kapel, met her en der enkele verspreide hoeves, midden de dichte bebossing die toen kenmerkend was voor de streek.

Vanaf halfweg de jaren 1100 tot een stukje in de jaren 1300, voor de graven van Vlaanderen heer en meester waren over de Heerlijkheid van Beselare, waren er verschillende ridders die de naam Beselare of een variant daarvan aannamen.

In 1327 was Ingelram Hauweel heer van Beselare. De laatste telg van het geslacht Hauweel was Rogier Hauweel.

Rogier Hauweel verkocht in 1418 ’t Hof en de Heerlijkheid van Beselare aan Rogier Van Der Woestine.

Rogier Van Der Woestine werd hierdoor de stamvader van de familietak Beselare die zich tot aan de Franse revolutie de heren van Beselare mogen noemen. Rogier kreeg in 1423 de toestemming om ’t Hof en de Heerlijkheid uit te breiden.

Toen Rogier Van Der Woestine het Hof kocht was dit nog een vierkante versterkte hoeve met rondom een gracht en een ophaalbrug. Na de verbouwing bleef er van de oorspronkelijke hoeve maar weinig meer over. Rogier Van Der Woestine bouwde de burcht om tot een praalverblijf, gebouwd in rode baksteen, met vier hoektorens en een geveltoren. De elegante spietoren die het gebouw overheerste, gaf een karakteristieke vorm aan het in renaissancestijl opgetrokken kasteel. De familie stond aan de basis van de ontginning van het ruwe bosgebied van Beselare en de aanleg van vruchtbare akkers. Om dit te vergemakkelijken legden ze verschillende rechte dreven aan waarvan één dreef van maar liefst 2 km lang die op het kasteel eindigde.

Beselare kende ook enkele belangrijke heerlijkheden. ‘t Hof van Beselare, waar het kasteel stond, viel onder de heerlijkheid ‘De Groote Vierscaere’.

Het kasteel diende uitsluitend als praalverblijf want de vaste stek van Rogier Van der Woestine bleef de burcht De Blauwe Torre te Menen. Zijn zoon en opvolger Olivier I Van der Woestine kwam zich wel vestigen in het kasteel te Beselare en verkreeg in 1428 van Filips de Goede de toelating om te Beselare een schuttersgilde op te richten. Deze gilde is nooit opgehouden te bestaan en is op de dag van vandaag nog zeer actief in Beselare.

Eind de 17e eeuw kwam de familie Van der Woestine op het hoogtepunt van haar macht en glorie. In 1675 werd zelfs een vaste kapelaan aangesteld in de kapel van het kasteel.

Onder het bewind van Lodewijk XIV werd Beselare in 1705 tot markgraafschap verheven. Vanaf dan kregen de heren van Beselare de titel van markies en werd Beselare een ‘Markiezaat’. De eerste markies werd Maximiliaan Emmanuel Van Der Woestine.

In de tweede helft van de 18e eeuw begon het verval. Aangegrepen door vertoon van overdreven luister en verspilzucht begon Markies François III Maximiliaan Antoon Van der Woestine rond 1770 hofsteden, landerijen en bossen te verkopen.

De verschrikkingen van de Franse omwenteling deden de rest. De jacht op de edelen was geopend en de markies viel in handen van de Fransen en werd samen met andere edelen op 12 mei 1794 op het schavot te Cambrai onthoofd.

Zijn zoon en opvolger Charles Ghislain Van der Woestine werd de laatste heer en markgraaf van Beselare. De Franse revolutie had de feodaliteit tenietgedaan. De markies verliet het kasteel in 1796 en vluchtte naar het buitenland. Naar verluidt deed hij nog dienst als generaal in het leger van Napoleon tijdens de slag bij Waterloo.

Vanaf de beginjaren 1800 raakte het kasteel in verval. Veel van de goederen van het kasteel werden openbaar verkocht in 1802 en 1803. Later deed de laatste markies dienst als generaal in het leger van Napoleon tijdens de slag bij Waterloo.

Enkele jaren later werd ook het (lege) kasteel verkocht en kort nadien – waarschijnlijk omstreeks 1813 - afgebroken.

Het kasteeldomein en de landerijen veranderden tot aan het begin van de Eerste Wereldoorlog tweemaal van eigenaar.

Voor de Eerste Wereldoorlog was Beselare een zeer bosrijk gebied. Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog was Beselare bijna volledig van de kaart geveegd. In de Tweede Wereld had het dorp veel minder te lijden dan bij de vorige oorlog. Met de wederopbouw werden de bossen, met uitzondering van het Vijverbos, niet meer opnieuw aangeplant.

(Bronvermelding: tekst gebaseerd op Wikipedia; Heemkring-zonnebeke.be; Toerismezonnebeke.be)