Ardooie
 
Kasteeldomein de Jonghe d'Ardoye (1813)





Op deze tekening van 1813 is het kasteeldomein van Ardooie te zien, voorheen gekend als Kasteeldomein de Jonghe d'Ardoye. Het is een classicistisch kasteel uit het laatste kwart van de 18de eeuw, met neoclassicistische verbouwingen uit het laatste kwart van de 19de eeuw.

Het zuidelijk deel van het omringend kasteelpark is sinds 1981 eigendom van de Provincie West-Vlaanderen en opengesteld als provinciaal domein 't Veld. Het bevat wandelpaden, een natuurleerpad, bewegwijzerd bomenpad en twee hengelvijvers. De voormalige kasteelvijver wordt in de volksmond 't Zeetje genoemd. Een derde vijver en omgeving is niet toegankelijk en wordt beheerd als natuurreservaat.

Het veld- of wastinegebied "Ardoyeveldt" met heide, kreupelhout of moeras is tot in de tweede helft van de 18de eeuw buiten het eigenlijke landbouwareaal gelegen en begrensd door oude loofbossen, onder meer het bosgebied gelinkt aan de baronie van Ingelmunster.

Het gebied wordt reeds vermeld in de 12de eeuw als "wastine Sancti Amandi in procinctu ville que dicitur Hardoia". In 16de en 17de-eeuwse bronnen werd gesproken van "tvelt" of "Hardoyevelt". In 1620 werden de vijvers door de toenmalige heer van Ardooie verkocht aan de Ardooise landbouwersfamilie Van Rolleghem. Later werd het gebied productief bebost, vaak met naaldhout, de zogenaamde "Veldbossen".

Vanaf circa 1700 is de heerlijkheid van Ardooie in handen van de Franse markies de Houchin. Uiteindelijk ziet deze zich genoodzaakt wegens geldgebrek de heerlijkheid van Ardooie, toen al verheven tot baronie, in 1773 te verkopen aan de lakenhandelaar burggraaf Theodoor de Jonghe uit Gent. Laatst genoemde laat in de periode 1780-1781 op Ardooie-Veld een nieuw kasteel bouwen dat wordt gebruikt als zomerverblijf. Dit classicistische kasteel bestaat uit een hoofdgebouw met twee lagere zijvleugels die symmetrisch en op een boogvormige plattegrond bij de hoofdvleugel aansluiten.

Het oorspronkelijk sobere voorkomen is af te lezen van deze (weliswaar niet echt scherpe) tekening uit 1813 van Séraphin Vermote waarop strak classicistische gevels onder schilddak en gebogen zijvleugels achter een schermgevel worden afgebeeld. De cour d'honneur is afgesloten door een eenvoudig hekwerk tussen stenen pijlers.

In 1777-1778 voegde Theodoor de Jonghe ook de vijver bij zijn bezittingen. Op de huidige vijvers na liet de Jonghe alle vijvers droogleggen en omvormen tot loofbos, met aanleg van bijhorende dreven. In de loop van de jaren werden stukken bos tot landbouwland omgevormd.

In 1794 werd het kasteel door soldaten van de verbonden legers geplunderd.. Circa 1830 was het kasteeldomein eigendom van Auguste de Jonghe. Vanaf 1857 werd het achtervoegsel d'Ardoye aan de familienaam de Jonghe toegevoegd.

Na verbouwingswerken in 1876 door de nieuwe eigenaar Ferdinand de Jonghe d'Ardoye kreeg het kasteel zijn huidig uitzicht. Het globale volume werd behouden maar aangekleed met extra stijlelementen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het kasteel bezet door Duitse troepen. Daarbij werden het kasteel en de omgeving ervan zwaar beschadigd. Deze werden na de oorlog hersteld. In 1925 werd het kasteel met park geërfd door Theodore de Jonghe d'Ardoye.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel geplunderd door de bevolking, waarbij een groot deel van inboedel, schilderijen en meubilair, werd vernield en er opnieuw stukken bos werden gerooid.

Vanaf 1966 was het landgoed in handen van Antoine de Jonghe d'Ardoye. In 1975 werd de zuidelijke kasteelvleugel grondig verbouwd. In 1981 werd het kasteel door de laatste kasteelheer de Jonghe d'Ardoye verkocht aan een nieuwe particuliere eigenaar.

Een groot gedeelte van het kasteelpark werd verkocht aan de Provincie West-Vlaanderen. Het park is sinds 1982 opengesteld als provinciaal domein "'t Veld".

(Bronvermelding: Onroerenderfgoed.be)