Brugge
Sint-Janshospitaal
MENU
Terug naar HOMEPAGINA
Terug naar INHOUDSOPGAVE
Brugge : Sint-Janshospitaal
Ansichtkaart van
1901
versus Foto (Google Maps) van
2024
Deze ansichtkaart van 1901 geeft een beeld van de toren en de kapel van het Sint-Janshospitaal in Brugge (provincie West-Vlaanderen).
Het Sint-Janshospitaal was ooit de belangrijkste middeleeuwse stedelijke instelling voor zieken, armen en behoeftigen in de stad Brugge. Sinds 1977 zijn de middeleeuwse ziekenzalen ingericht als museum. Dat museum vertelt het verhaal van het gebouw, de zieken- en zielszorg en de kloostergemeenschap aan de hand van gebruiksvoorwerpen en kunstwerken, in de eerste plaats de werken van Hans Memling.
Op de Sint-Janssite bestaat nog steeds het middeleeuwse hospitaalgebouw en de kerk (nu Museum Sint-Janshospitaal).
Het voormalige klooster van de zusters (nu kantoorgebouw). Het voormalige klooster van de broeders, dat later de apotheek werd (nu museum). Het in de negentiende eeuw gebouwde hospitaal (nu Congrescentrum Oud-Sint-Jan en horeca). Het complex staat bekend als het Oud Sint-Janshospitaal of Oud Sint-Jan.
Deze site kent een zeer rijke geschiedenis.
Het Sint-Janshospitaal kwam tot stand rond 1150 of vroeger en was hierdoor een van de oudste ziekenzorginstellingen op het Europese vasteland. De datum 1188 is die van het eerste beschikbare document, het reglement dat werd opgesteld ten behoeve van de zusters en broeders die het hospitaal bedienden, zodat het niet onredelijk was te vermoeden dat de stichting al op een vroegere datum was gebeurd, wat trouwens door archeologische opgravingen werd bevestigd.
De nog bestaande grote ziekenzaal werd rond 1200 gebouwd, hoofdzakelijk in Doornikse steen. Rond 1220 werd het broederklooster gebouwd, dat later als apotheek werd gebruikt. Omstreeks 1234 werd de romaanse toren en middelste ziekenzaal gebouwd, haaks op de eerste zaal. In 1268 werd de noordelijke ziekenzaal gebouwd met aansluitend de kerk toegankelijk vanuit de ziekenzaal. Van 1285 tot 1290 werd de zuidelijke ziekenzaal gebouwd. In de tweede helft van de 13e eeuw werd het broederklooster gebouwd en een eerste huis aan de zuidzijde van de kloostergang. In 1310 werd een brouwerij gebouwd.
De oorspronkelijke gebouwen werden in de volgende eeuwen regelmatig uitgebreid, verbouwd en gerenoveerd.
De kerk werd gebouwd in de loop van de 15
e
eeuw. De kerk sloot aan bij de grote ziekenzaal, zodat vanuit hun bedstede de patiënten de goddelijke diensten konden volgen. Later werd de kerk aangevuld met de Sint-Corneliuskapel. In 1413 werd midden op het kerkhof een gotisch, eenbeukig kerkhofkapelletje gebouwd.
In 1503 werd het portaalgebouw gebouwd, de apotheek van het broederklooster en de kloostergang met een tweede huis aan de zuidzijde ervan. Tussen 1539 en 1544 werd het zusterklooster opgericht.
Rond 1635 verleten de broeders het klooster. De zusters namen vanaf dan het bestuur en de administratie over. In 1643 werd de apotheek in het voormalige broederklooster gevestigd. In 1685 werd de kapittelzaal aan het zusterklooster toegevoegd.
In 1817 werd een kraaminrichting opgericht in de Mariastraat. In 1820 werd de kerk afgesloten van de ziekenzalen. Reeds
in 1839 werd het Memlingmuseum geopend in de kapittelzaal van het zusterklooster. Door de evolutie van de tijd en een nieuwe kijk op de ziekenzorg en de hygiëne, werden vanaf het midden van de 19e eeuw nieuwe gebouwen een noodzaak.
Van 1856 tot 1858 werden nieuwe ziekenzalen voorzien. Er werd uiteindelijk een hospitaal met zestien ziekenzalen en een hoofdgebouw opgetrokken, rond een binnentuin. Voor de bouw ervan moesten de brouwerij, een groot deel van de tuin en het kerkhof van het historische ziekenhuis verdwijnen. Van 1884 tot 1892 werd de Minnewaterkliniek gebouwd.
Van 1895 tot 1913 gebeurde er een grondige restauratie van de middeleeuwse ziekenzalen, toren en broederklooster.
Tussen 1908 en 1910 werd een kraamkliniek gebouwd langs de Oostmeers. In 1913 werd een oogkliniek gebouwd. In de jaren 1920 werd een gebouw voor neus-, oor- en keelziekten gebouwd. Tussen 1935 en 1940 werd de Minnewaterkliniek een onderdeel van het Sint-Janshospitaal, met de aanleg van een verbindingsweg en een viaduct boven Zonnekemeers.
Tussen 1949 en 1961 gebeurden er restauratiewerken aan de gebouwen. Slechts het oostelijke deel van de zuidelijke zaal werd als museum ingericht. Tussen 1949 en 1979 de ene helft van de oude ziekenzalen gebruikt als 'kapittelzaal' voor de kloosterzusters, de andere helft, voortaan 'gotische zaal' genoemd als culturele ruimte voor muziekuitvoeringen, banketten, congressen en tentoonstellingen.
In 1977 verhuisden de diensten van het Sint-Janshospitaal naar het nieuw gebouw op Sint-Pieters in Brugge. Er volgde een geleidelijke afbraak van enkele gebouwen en er werden een park en een parking aangelegd.
In 1978 werd de Dienst Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening in de voormalige kraamkliniek aan de Oostmeers.
Tussen 1979 en 1985 gebeurden er bijkomende restauratiewerken. De historische gebouwen werden ingericht als museum.
In 1984 werden de kerkelijke diensten in de kerk beëindigd, waarna deze werd ingericht als Memlingmuseum.
Van 1986 tot 1994 werden alle gevels van het oude hospitaal gerestaureerd.
Van 1996 tot 2001 werden ook het interieur en de bedaking van de oude ziekenzalen gerestaureerd.
De twintigste-eeuwse gebouwen werden intussen door stadsdiensten ingenomen.
De kraamkliniek werd ingenomen door de technische diensten van de stad. De oogkliniek en de neus-, keel- en oorkliniek werden het archeologisch museum van de stad en ateliers voor herstellingen en restauraties van kunstwerken van de verschillende musea.
(Bronvermelding: Wikipedia; Onroerenderfgoed.be)
Bekijk deze locatie in Google Street View